Sardines en frikadellen
“At the heart of the business district”, daar staat het Ramada Plaza Hotel Antwerp, pal in het hart van het zakenkwartier, naar eigen zeggen. Centraal in de lobby van de Ramada staat een statige vleugelpiano. Hij is glad gepolijst, zoals dat hoort in een hotel voor zakenmensen. Dit hier kan inderdaad het decor zijn voor mannen en vrouwen die recht door zee gaan in blinkende schoenen, dure pakken, muurvast geknoopte dassen of elegante foulards. In hun telefoontoestellen praten ze ernstig Engels. In hun aktentas zitten The Financial Times en de attributen die bij hun business horen.
In het hart van de lobby, daar staat die chique piano. Erachter is de liftkoker. De deuren van een lift gaan open. Daar staat een veelkoppig gezelschap. Maar het zijn geen zakenheren en zakenvrouwen. Iemand staat er in zijn slippers. Je kunt zijn blote teentjes zien. Een ander draagt een short. Nog een ander draagt een trainingsbroek en een T-shirt, dat de sporen draagt van een lange, warme dag. Het ruikt hier niet naar de stoffige tapijten van een meeting room, maar naar hotdogs en chloor. Sommige kapsels worden niet keurig bijeengehouden door mousses en pommades, maar wijzen in alle windrichtingen of golven veel te stormachtig voor een kapsel. Iemand heeft in de achterzak van zijn broek een verfomfaaid bundeltje papieren. In de tassen en rugzakken zitten natte handdoeken. In die lift staan jonge zwemmers. De volwassenen tussen hen in zijn hun trainers, begeleiders en ouders. De deuren gaan weer dicht. De lift neemt het gezelschap mee naar boven.
Straks zullen de 11 à 14-jarige zwemmers en hun ouder(s) tussen 8 en 9 onder de veren kruipen, maar weinig ouders lijken dat erg te vinden. Ze zijn moe, ook al hebben ze aan de overkant van de straat, in het Wezenbergzwembad, een godganse niet veel meer gedaan dan gezeten en toegekeken. Om de dag rustig door te komen, moet je echter stalen zenuwen hebben. Als je niet zo in elkaar zit, dan kun je het hard te verduren krijgen en in de vroege avond al moeten vaststellen dat je, ehwel ja, moe bent.
Het gezelschap in de lift kent elkaar niet. Ze zijn van verschillende zwemclubs, maar ze hebben wel een hele dag in hetzelfde zwembad gezeten. Dat is geen geheim. Je ziet het aan de slippers, de merken van hun kledij, hun haar, het programmaboekje in de achterzak… Ze mogen elkaar niet persoonlijk kennen, toch is een gespreksonderwerp gemakkelijk gevonden: het Vlaamse Jeugdkampioenschap zwemmen 2016. En toch… In de lift is het stil. Stil. Niemand zegt iets.
In zulke gevallen, gênante stiltes, biedt het weer vaak een uitweg. ‘t Is koud, ‘t is warm, ‘t is fris voor de tijd van ‘t jaar… er is voor elk wat wils. Wie de Facebookpagina van Gold heeft gevolgd, zal dit merkwaardige weerbericht hebben opgemerkt: “Het regent in Antwerpen (medailles).”
Dat is maar een halve waarheid. Ik weet niet wie dat bericht de wereld instuurde. Het kan Pieter zijn of Eddy, of Iza, Gaëlle, Christianne, Jasper, Thérésine. Eigenlijk hadden ze, denk ik, moeten zeggen dat het om zeer lokale buien ging. Nergens in Vlaanderen, noch boven Antwerpen of Gent, of Kortemark, Rijkevorsel waren die buien zo fel als boven Zwevegem en Menen. Nergens.
Er was ook zon in Antwerpen. Op zondagnamiddag, toen de zon in het zuidwesten stond, brak ze door het wolkendek en vulde ze de glaspartij boven de tribune van de startblokken. Precies op dat moment was het, echt waar, even stil in het zwembad. De dj had zijn muziek uitgezet, omdat de omroepster de versgebakken kampioenen van Vlaanderen aan het onthullen was. Maar nu zweeg de omroepster even, omdat ze wachtte op de kamprechter. De kamprechter en de officials stonden klaar om reeks 2 van een wedstrijd tussen 11-jarigen op gang te fluiten. Maar op hun beurt wachtten zij. Zij wachtten op 1 iemand.
In het midden van het olympisch zwembad was een achtergebleven jongen uit reeks 1 nog bezig. De anderen uit zijn reeks wachtten hem op onder het startblok. Als om zijn eenzaamheid en weerloosheid te accentueren, hielden zowel de dj, als de omroepster en de kamprechter zich stil. Daarbovenop zette de zon het bad in een gloed, alsof het de spotlights richtte op die eenzame jongen. 417 11 à 14-jarige Vlaamse jongens en meisjes hebben de limiet gehaald. Die jongen ook, en daar mag hij heel trots om zijn, maar nu moest hij zich gewonnen geven. Hij heeft voor een onverbiddelijke sport gekozen. Je duikt erin, je zwemt zo rap of zo goed mogelijk weg en weer en dan verwijzen de officials jou naar een plaats in hun tabellen, en daar is een jaar lang niets tegen in te brengen, niets. Je zult daar tussen, voor en/of achter leeftijdsgenoten staan, en dat is dat. Medailles? Alleen voor de eerste 3. Maar die jongen, die zich daar alleen en in stilte een weg baande in die gigantische plas, die zou het niet halen. Ach, ik moest denken aan een documentaire over het leven in de Atlantische Oceaan. Daar zwommen ook vissen die het niet zouden halen. Maar ook andere.
“Ergens wacht de grote prijs en allerlei roofdieren zijn daar op uit”, zegt de verteller van de documentaire. En dan komt een school sardientjes in beeld. Meteen daarna zien we een zeeleeuw. Hij heeft de sardientjes in het vizier. Hij valt aan, maar de sardines kunnen ontsnappen. En dan komen er andere zeeleeuwen. Ze kunnen de sardines niet pakken. Nog niet. Ze drijven ze wel in het nauw. En dan komen de tonijnen. Ze schieten met open bek omhoog, recht in de school. De sardines die ontglippen aan de zeeleeuwen en de tonijnen die hen aan alle kanten belagen, zien nu tientallen dolfijnen op hen afkomen. Ze ogen vriendelijk, maar tastten ze potverdorie gulzig toe. Voor de sardines is het nu alle hens aan dek. Maar het is nog niet gedaan. Daar zijn de haaien. En alsof dat nog niet genoeg is, duikt nog een vinvis op, een Brydevinvis om precies te zijn. Die is 12 tot 15m lang en weegt a peu près 20 ton. Je kunt beter niet in de buurt zijn als hij zijn bek opentrekt, want zo’n kolos heeft niet genoeg aan 1 sardientje. Uiteindelijk, als al die grotere vissen weer elk hun kant uitgaan, kun je geen enkel sardientje meer zien. Ik zag die eenzame jongen en ik moest aan de arme sardines denken.
Nu is de vraag wat voor vissen Gold naar het VJK heeft meegebracht. Wel, 1 wedstrijdrecord! 8 keer brons! 12 keer zilver en 11 keer goud! Dat zijn er 31 (1e club in aantal + in de ranking)! En dan moet nog gezegd dat zo goed als uitsluitend besttijden werden gezwommen! Hier moeten we de woorden van trainer Pieter Planckaert herhalen. “Wat dit jaar is gebeurd, moet Gold koesteren. Je weet dat je zoiets nog moeilijk kunt evenaren.”
Geloof ook niet dat het zonder slag of stoot ging. Dat kon je aan je tikker voelen. Vraag dat maar aan de ouders van Bjarne Vande Casteele, of aan de ouders van die Kortrijkzaan die uit exact hetzelfde hout gesneden lijkt als Bjarne. Ze hebben legendarische tweegevechten uitgevochten. De laatste wedstrijd, de 200m vrije slag, zou een ware thriller worden, te groot voor het hart van Ann, de moeder van Bjarne. De spanning zat was te groot voor 1 hart. De spanning zat in alle geledingen van de tribune, in gans het zwembad. Heel Vlaanderen leek Bjarne in baan 5 en Henri in baan 4 vooruit te stuwen. Roepen en tieren, ei zo na het kot afbreken, de sfeer van de aflossingen, je hart een paar tellen voelen overslaan, met het blote oog niets met zekerheid kunnen zeggen en dan het bord laten spreken:
1. Bjarne Vande Casteele – 2:23.13
2. Henri Devoldere – 2:23.14
En dan volgt de ontlading. Die was ook groot, zo groot dat weer veel mensen ze wilden delen. Dat gebeurde ten huize De Saedeleer in Menen. Er waren zo veel mensen op afgekomen dat er te weinig frikadellen in huis waren, ook al hadden de dankbare kolossen van Gold genoeg aan 1 frikandel.
Aflossingsploegen:
Dames 1 (Malou, Laura, Lente, Alexine): zilver, brons
Dames 2 (Luna, Indra, Sarah, Jana): 9de, 10de
Heren 1 (Miguel/Thijs, Xander, Bjarne, Elian): 2 x goud
Heren 2 (Matis V., Matisse C., Thomas, Niels): 5de, 6de
Jana Braekeveld: 19de, 20ste, 27ste, 28ste, 29ste
Matisse Callewaert: goud, brons, 13de, 15de
Xander Casteur: 5de, 2 x 6de, 6de, 7de, 11de
Thomas Deblock: 18de, 2 x 23ste, 25ste, 34ste, 35ste
Fernando Dehaudt: goud, 2 x 5de, 6de, 8ste, 9de
Malou Dehaudt: 3 keer zilver, brons, 4de, 5de
Anouk Demeyere: 5de, 6de, 7de, 10de, 13de
Thibaut Demuynck: 14de, 15de, 19de, 24ste, 39ste
Miguel Desimpelaere: brons, 2x 4de, 6de, 11de
Niels Deneir: brons, 2 x 9de, 11de, 13de
Goan Dujardin: 7de, 8ste, 17de, 19de
Thieben Himpe: 10de, 22ste
Lente Lazou: 3 keer zilver, brons
Elian Mabbe: 11de, 12de , 13de, 14de, 18de
Alexine Truye: goud + 1 wedstrijdrecord, zilver, 2 keer 4de, 6de
Laura Mignauw: 15de, 23ste, 26ste, 27ste
Thijs Vandamme: goud, zilver, brons, 4de
Luna Spincemaille: 11de, 16de, 24ste, 26ste, 32ste
Bjarne Vande Casteele: 3 keer goud, 2 keer zilver
Indra Vandenabeele: 4de, 6de, 16de, 17de, 22ste
Matis Vandecasteele: 2 keer goud, brons, 5de, 7de, 11de
|