Opnieuw een stukje proza van de waarnemende pen van Frederic Dehaudt. Het leven zoals het is in en om de tribunes van een zwemarena in Charleroi.
SW 4
Eind juli 2016,
Rue de Montigny 103, Charleroi,
de trappen aan de ingang van het zwembad,
rond 7u ’s morgens
Aan de andere kant van de straat is een bandencentrale zonder naam, tenzij de uitbaters het niet ver hebben gezocht en de zaak gewoon ‘Pneu’ hebben genoemd, zoals de 2 vlaggen aangeven. Ze hebben er alle merken: Continental, Pirelli, Dunlop, Goodyear, Michelin, Uniroyal en zelfs Brigdestone. De opschriften vertellen ook dat ze er occasiebanden verhandelen, net zoals ze ‘réglage de phares’ doen en ‘plaquette de freins’. Voor geïnteresseerden, bijvoorbeeld kort voor de keuring, het is sans rendez-vous’ en ‘à partir de €20’.
Naast het zwembad is er een schooltje. Het pand is opgetrokken uit grauw gewapend beton. Het heeft de charme en gezelligheid van Oostblokarchitectuur, of een ander regime dat zijn burgers graag bang maakt en onder de knoet houdt. Het moet voor de kinderen die er schoolgaan een opgave zijn om daar wat vrolijkheid te rapen, zou je denken. Onmogelijk is het echter niet. De organisatoren van het BJK hebben op de speelplaats een paar bierbanken en -tafels opgezet, zodat het geheel de sfeer van de gemiddelde Vlaamse kermis weet op te wekken - de kleutertoiletten met deuren die niet sluiten, incluis.
Het is 7u ’s ochtends, maar het is druk aan de trappen van de Piscine du Centre Hélios. Een trainster zegt, met gespeelde verontwaardiging, tegen een jonge zwemster: “C’est quoi ce vocabulaire dans une bouche d’une jolie petite fille comme toi?” En dan geeft de trainster het meisje een kus op de mond, waaruit even daarvoor het woordje ‘merde’ was ontsnapt. Ik neem aan dat het een van de eerste kussen van de dag is. Hier, aan deze trappen, verzamelen zwemmers uit gans het land en, zoals iedereen weet, wordt in de Walen flink wat afgekust. Je kunt zelfs beter uitkijken waar je loopt, want als een Waal voor jou het pad kruist van een andere Waal en uit het niets aan het kussen gaat, dan kun jij tegen dat stel oplopen. Ach, je houdt ervan of niet, van kussen.
‘Merde’, meer had het zwemstertje niet gezegd. Vanachter de hoek komt nu een andere trainer de trappen opgelopen. Aan zijn borstkas zouden een 3-tal gewone mannen genoeg hebben. Men zegt dat hij een paar decennia geleden het grootste zwemtalent was dat in België rondliep. In dezelfde adem zegt men doorgaans ook dat hij enkele beruchte jaren heeft geleid, waarnaast de overtreding van de jolie petite fille maar klein bier is.
Nu komt een andere trainster de trappen op. Ze komt uit Kortrijk. Het is 7u ’s ochtends, maar ze neuriet vrolijk mee met het partydeuntje dat weergalmt op de speelplaats van het schooltje. Zwemmers zijn vroege vogels. Misschien, op een mooie dag in de verre toekomst, word ik dat gewoon. Inmiddels komt de ambulance achterwaarts opgereden. Ze parkeert net voor de trappen. De 2 ambulanciers stappen uit en openen de achterdeuren. De een haalt er een zuurstoffles uit, en de ander een zak met stuutjes en een flesje goedkope limonade. Nu komt een dikke BMW aangereden. Het voorportier gaat open. Een vader stapt uit, hevig kauwend, misschien zelfs arrogant. Ook het achterportier van de dikke BMW gaat nu open. Er stapt een jongen uit van een jaar of 14. Hij heeft oortjes in en draagt een trainingspak van een voetbalclub uit Luik. Vader en zoon gaan naar de koffer van hun dikke BMW, openen de koffer en halen daar een sporttas en een vouwbed uit. De zoon gooit de tas op zijn schouder en de vader doet hetzelfde met het bed. Ze komen resoluut op de trappen af, alsof zij, en niemand anders, hier persoonlijk zijn uitgenodigd om Goliath op de knieën te krijgen. Ze gunnen de rokers aan de deur geen blik en gaan op hun beurt de Piscine du Centre Hélios binnen. Kort daarna loopt een meisje van 4 nietsvermoedend met haar knuffelbeer het zwembad binnen. Zij is nog te jong om al te kunnen wachten. Er zullen een paar moeilijke uren op haar afkomen.
Terug naar de trappen, want daar komt die trainer met de minzame blik, in wiens ogen en houding ook altijd wat weemoed valt te bespeuren. Dit jaar is zijn poulain er niet meer. Zij is een jaartje te oud geworden, en misschien zelfs te goed voor wedstrijden in eigen land. De trainer met de weemoedige blik zal het van de jaar met minder edele metalen moeten doen. En zo gaat het verder op de trappen van de Piscine du Centre Hélios. Het spektakel van de rokers, die ook de ingang van dit gebouw hebben gekoloniseerd: een niet aflatende stroom van zwemmers, trainers, ouders, trainingspakken, sportmerken, watermerken, limonademerken en onachterhaalbare afkortingen als CHTHN, EMBOU en SSSV.
Uit het gebouw komen nu 2 dames. Ze proppen een verse zak in de vuilnisemmer. De stroom neemt af. Inmiddels heeft het zwembad honderden mensen opgezogen. Daarnet heeft een man aan de kassa van het schooltje een bandje om mijn pols vastgehecht. Ik gaf hem €10 en dan deed hij dat bandje om, met dezelfde zorgzaamheid waarmee een juwelier een bracelet zou vastmaken. Ook ik kan en mag nu de Piscine du Centre Hélios binnen.
Vanaf nu geldt een strikte segregatie. Sommigen mogen in het water. Anderen mogen aan de rand van het water. Al de rest moet daar weg blijven. Waar Darline precies zat, blijft een onopgeloste vraag. Zij kunnen boven een plaatsje uitkiezen in de tribune of, desnoods, in de cafetaria. Ik zet mijn tocht verder. Ik laat de subtropische toestanden met dat kunstmatige licht, de grote planten en de drankautomaten ‘hors de service’ – wellicht een sabotagemanoeuvre van iemand uit de cafetaria - achter mij, en ga de trappen op. Ik neem plaats tussen de toeschouwers. Daar zal ik toeschouwen, wachten en de tropische temperatuur van mij proberen af te zetten.
De zwemmers die daarnet nog de trappen op liepen, liggen nu in het water. Het lijkt op een mierennest dat iemand net heeft omgewoeld, maar het is het spektakel dat inzwemmen heet. De glaspartij achter de startblokken geeft uit op het zuidwesten van Charleroi, het hinterland. Ik neem het graag op voor deze stad. Ik verkondig graag dat het wellicht een van de interessantste plekken is van ons land, toegegeven niet de meest pittoreske. Door de ramen van het zwembad zie ik de ring boven de stad zweven. Uniek in zijn soort is dat er maar 1 rijrichting is. Gij zult in tegenwijzerzin rond Charleroi rijden. Zo dooradert de ring de stad, boven de huizen en tuintjes aan de rand. Je wil daar niet wonen, maar er rijden is nogal filmisch.
Door het raam zie je nog een wat vervallen appartementsgebouw. Vervaarlijk dicht bij het appartementsgebouw staat een kraan. In heel Charleroi is een grote schoonmaakbeurt aan de gang. Ik zag een bord voor een wegkwijnend gebouw dat zegt: “Oubliez cette vue! En ce moment la Sambrienne vous prépare des logements qualitatifs et abordables” Men is hier druk aan het vergeten. Maar, achter de kraan en het appartementsgebouw ligt ook een terril. Twee jaar geleden heeft iemand mij zo’n terril doen beklimmen.
Voor ons lagen de Route de Mons, de Samber en een onontwarbaar kluwen van zwarte schoorstenen en gigantische fabriekspanden. De man zei: “Voilà, nergens in België kom je dichter bij de 19de eeuw, dan op de top van deze terril.” Ideaal voor een schoolreis.
Die honderden jongens en meisjes in het water, met nog een 5-tal weken grote vakantie voor de boeg, hebben geen boodschap aan schoolreizen. Ik richt mijn blik weer naar binnen. De 4 muren van het zwembad houden de gewone wereld buiten. Hier is een andere wereld: die van het zwemmen. Dat neemt niet weg dat je je bijwijlen afvraagt wat je hier zit te doen. Buiten is het volle bak aan het zomeren, de Ardennen zijn vlakbij en toch zit ik hier. Waarom? Wat voor een wereld is dit eigenlijk? Wat staat hier op het spel? Wat hangt hier in de lucht? Goeie vragen, waarvoor – het is nooit anders - geen pasklare antwoorden bestaan. En toch was het antwoord vlakbij: onder het stopcontact achter de tribune.
De toeschouwer, die op de duur zelfs in de toiletten wat verstrooiing gaat zoeken, zal onder het stopcontact iemand hebben zien zitten. Een jongen van een jaar of 8. In een plooistoel van de Decathlon. Met een laptop op zijn schoot en een koptelefoon die zijn 2 oren volledig inpalmden. Zoals iedereen in dit zwembad, van zij in het water tot zij in de nokken van de tribune, probeert hij er het beste van te maken. Daarom heeft deze jongen zijn stoel onder het stopcontact open geklapt, en 3 dagen lang is hij met zijn onuitputtelijke computer bezig geweest. Van gans het weekend heeft hij waarschijnlijk niemand zien zwemmen, tenzij op zijn scherm. Ik heb de jongen aangesproken. Hij bleek van Sankt-Vith te zijn. Hij was nog te jong om hier te zwemmen, maar zijn zus was hier. Het was de laatste keer dat zij het BJK zwom. Vanuit zijn troon van de Decathlon legde hij haarfijn uit hoe de dingen in elkaar zitten. En dan moest het nog komen, want uitgerekend hij zou uit de doeken doen wat hier, in de Piscine du Centre Hélios, eigenlijk aan de gang was. Al 3 dagen was de jongen, net zoals iedereen hier eigenlijk, aan het kijken naar Star Wars. Hij was bezig met episode 4. Ik heb hem ook gevraagd waarom hij het mooi vond. Wat precies beviel hem aan Star Wars? Hij leek het een moeilijke vraag te vinden. Hij nam zijn tijd om diep na te denken, en dan sprak hij: ‘Tout’. Die veelheid aan verhaallijnen, personages en emoties. Ze vormen 1 netwerk. Ze hangen van elkaar af. Als er iemand wint, moet er ook iemand verliezen. ‘Star Wars’ en ‘tout’, dat waren mijn antwoorden.
Er is de onfortuinlijke Xander Casteur. De stage had hem klaargestoomd voor een aantal zwemwedstrijden, maar uiteindelijk zou Xander, uitgeput, in de tribune plaatsnemen. Hij had een paar dagen en nachten gevochten tegen de pijn in zijn oren - dubbele middenoorontsteking en de dokter had oordeel geveld: ‘Nee’. En dan dat palet aan emoties. Er zijn verwachtingen, die je in toom moet houden en in het licht van de redelijkheid moet houden, ook al is scenario’s bedenken een manier om het wachten te verzachten. Er is hoop, ook al lopen hier zwemmers rond als Thijs Van Cleven, Marie Maerevoet, Stan Frankcx – half mens, half vis – die bijna altijd met voorsprong bij de gouden medailles geraken, die limieten verbrijzelen en dingen doen die nauwelijks nog lijken thuis te horen binnen de grenzen van hun leeftijdscategorie. Je kunt alleen maar hopen dat de clubs en de federaties en de bonden en alle anderen die er verstand van hebben raad weten met het talent van die jongens en meisjes, zodat op een mooie dag ver van hier, andere zwemmers kunnen zeggen: “Ooit, ik geloof dat het in het mooie Charleroi was, heb ik nog tegen hem of haar gezwommen.” Dan zal het niet voor niets geweest zijn. Spanning als aan het wachten eindelijk een einde komt. Verrassing. Ontdekking. Blijdschap. Vreugde. Trots. Onversneden geluk.
In een oorlog, ook in deze Star Wars, zijn er verliezers. Er is ontgoocheling. Er is twijfel. Er is onzekerheid, verwarring, desillusie, ontnuchtering, wanhoop… die eveneens in het licht van de redelijkheid moeten worden gehouden. Hebben de trainers de juiste beslissing genomen? Gaan ze dat erkennen? Zitten ze nu al te denken aan de moeilijke vragen van kritische ouders? Ik zag een moeder en een vader in de gang onder de tribune lopen. De moeder was kwaad, stapte gehaast, zwaaide haar armen in het rond en vloekte. Ze liep voor haar man uit en ze gooide haar pull op de grond, gewelddadig. Wellicht verwachtte ze dat haar man haar pull zou oprapen. Het was een troostend gebaar geweest. Hij deed het niet. Hij hield het hoofd recht, keek niet naar haar pull onder zijn voeten en stapte er over. Ook hij was dus kwaad. Ten slotte kwam de vrouw op haar stappen terug, en raapte even agressief haar trui weer op, vlak voor mijn neus.
Iedereen die beslist heeft om aan Star Wars deel te nemen krijgt emoties over zich heen, of ziet wat hij te pakken krijgt, en dat is dat. Zoals die 3 jongens – 1 uit Menen, 1 uit Kortrijk en 1 uit Antwerpen, verenigd in een kersverse vriendschap. Ze maakten zich op om een zwemmer uit het andere landsdeel te benaderen. Ze zouden hem een heel eenvoudige vraag stellen. “Tu as quel âge?” Het moet gezegd dat ook dit geen slechte vraag is. De jongen die zij zouden benaderen was opvallend sterk behaard voor iemand die streed in de categorie van de 12-jarigen. Er stond zelfs haar op zijn gezicht. De jongen had een baard! Mocht hij bij het verlaten van het zwembad sleutels uit zijn zak halen, het portier van zijn auto openen, achter het stuur kruipen en de Rue de Montigny zijn uitgereden, dan zou geen enkele omstaander raar hebben opgekeken, denk ik.
Behalve behaard was hij ook groot en sterk. Misschien is dat de reden waarom de 3 jongens dan toch maar van hun plan hebben afgezien. 1 van de 3 zei: “ ‘k Heb eigenlijk geen goesting om Frans te spreken.” De andere 2 achtten het ondertussen, bij nader inzien, ook beter om de zaak te laten rusten. En zo bleef alles bij het oude. De goede vraag bleef onuitgesproken. Het is een gemiste kans. Zodanig zelfs dat ik, in wie niemand ooit une jolie petite fille heeft gezien, nu denk: ‘Merde.’
Eindigen met een scheldwoord gaan we niet doen. We geven het woord aan de vooruitziende trainers Eddy en Pieter. Ze hebben een niet zo gemakkelijke vraag voor donderdag 1 september:
“Is het nu kippenvel of kippevel?”
Verder schreven de trainers ook nog:
“Een mooi collectief resultaat : 16 podiums (2x goud, 4x zilver, 10x brons), 66% van de starts top 10 tijd, 25% van de starts top 3 tijd, 83% besttijden en winnaar clubklassement 11-12 jarigen. Proficiat zwemmers & trainers!”
Anders gezegd, leve Charleroi!
Het ging zo:
Aflossing dames (Frauke Bradt, Alexine, Malou, Lente): 4de
(Malou, Laura Mignauw, Lente, Alexine): 3de
Aflossing heren (Elian, Goan, Thijs, Bjarne): 2de
(Thijs, Miguel, Bjarne, Goan): 3de
Matisse Callewaert: 2de, 8ste, 9de, 16de
Xander Casteur: zie VJK 17, BJK 17 etc.
Fernando Dehaudt: 7de en 3 keer 9de
Malou Dehaudt: 1ste, 3de, 6de, 44ste
Thibaut Demuynck: 33ste en 2 keer 23ste
Niels Deneir: 3de, 20ste en 3 keer 19de
Miguel Desimpelaere: 5de, 6de ,10de, 13de
Goan Dujardin: 16de, 19de
Lente Lazou: 1ste, 2de, 3de, 6de
Elian Mabbe: 20ste, 25ste, 27ste
Alexine Truye: 7de , 9de, 29ste en 2 keer 6de
Thijs Vandamme: 3de, 6de, 7de, 17de
Bjarne Vande Casteele: 2de, 9de en 2 keer 3de
Matis Vandecasteele: 3de, 6de, 7de en 3 keer 4de
Indra Vandenabeele: 7de ,9de, 19de, 22ste ,32ste
|